Amuse—ofwel mondvermaakje. Een smaakvol hapje dat je in een restaurant doet verlangen naar de volgende gang.
Met Valentijnsdag serveerde ik bok. Na een aflevering van Keuringsdienst van Waarde belandde ik aan de keukentafel van de familie Fokker uit Zalk. Ik was op zoek naar mannenvlees, maar vertrok een uur later met veel meer dan dat.
De consumptie van geitenmelk en -kaas betekent automatisch de geboorte van bokjes. Prachtig mals vlees, dat helaas vooral wordt verwerkt tot diervoeding. Een dilemma voor de boer: houdt hij ze tot ze een maand of vijf zijn, of doet hij ze meteen van de hand?
Amuse, a muse—de titel van een gedicht dat ik ooit schreef voor een jongen. Een mondvermaakje dat net zo snel vertrok als hij gekomen was. Ik was hopeloos verliefd op mijn eigen fantasie. De perfecte illusie. Toen ik dát geproefd had, was ik klaar voor de volgende gang. Van voorgerecht naar tussengerecht, hoofdgerecht en dessert. Een bitterzoet avontuur.
Geitenbok smaakt alsof je likt aan een man die zich net in het zweet heeft gewerkt: ziltig, ietwat penetrant, met een vleugje testosteron.
Van huis uit leerde ik niet hoe je dit vlees bereidt. Inspiratie vond ik door de kookkunst af te kijken bij andere culturen—zij weten wel raad met mannenvlees. Denk aan een Indonesische rendang of een Marokkaanse tajine. Of grill het simpelweg op de BBQ, zodat de rook de smaak complimenteert.
Ik maakte een tajine van bokkenvlees met kaneel, abrikoos en pompoen, vergezeld door een glaasje Betuwse appelcider van Krenkelaar. Want goede dingen hoeven niet altijd van ver te komen.


Geef een reactie